Geldrop - Mierlo - Zesgehuchten
1907
In 1907
bestond de huidige gemeente
Geldrop-Mierlo nog uit drie
afzonderlijke gemeenten:
Geldrop, Mierlo en Zesgehuchten.
De Geldroppenaren haalden hun
inkomen overwegend uit de
textielindustrie, de
Zesgehuchtenaren uit de
landbouw. De meeste Mierlonaren
werkten in de landbouw, maar er
waren 100 jaar geleden ook 104
thuiswevers en 339
fabrieksarbeiders.
Wat oppervlakte betreft was
Mierlo veruit de grootste
gemeente met een oppervlakte van
ongeveer 3.460 ha, Zesgehuchten
1.530 ha en Geldrop 850 ha.
Geldrop en Mierlo hadden beide
bijna 2.800 inwoners.
Zesgehuchten had er ongeveer
1.100.
Door de uitgestrektheid van
Mierlo werd in 1873 in
Mierlo-Hout al een tweede
openbare lagere school gebouwd
en in 1884 een tweede parochie
gesticht. Geldrop en
Zesgehuchten hadden ieder één
parochie en één openbare lagere
school. Geldrop en Mierlo hadden
ook nog scholen voor bijzonder
lager onderwijs, geleid door
zustercongregaties.
De Mierlonaren vonden hun werk
vooral in de Helmondse fabrieken
bij gebrek aan eigen industrie.
Geldrop had een dertiental
textielfabrieken, waarvan de
wollenstoffenfabrieken van A. v.
d. Heuvel en Zn, H. Eijcken en
Zn, A. van Gerdinge en Co, A.
v.d. Heijden en Zn en de
linnenfabriek van de NV
Stoomweverij v/h Vissers &
Eijcken voor de grootste
werkgelegenheid zorgden.
In oktober moest echter
surséance van betaling
aangevraagd worden voor de firma
van Gerdinge. Bij de
Stoomweverij Vissers & Eijcken
liepen de zaken beter, in
november kreeg de fabriek nog
een grote order voor kokskielen
en 1.000 meter kanefas (canvas).
Personeel wollenstoffenfabriek A. vd Heuvel 1907 |
In 1907 namen Zesgehuchten en
Geldrop afscheid van hun
geestelijk herder. Op 5 augustus
overleed pastoor Richard Stael
van Zesgehuchten tijdens zijn
middagrust. Hij was al een paar
jaar ziek en kreeg daarom in
1906 assistentie van kapelaan
Wilhelmus van de Ven. Acht dagen
na zijn overlijden zou herdacht
worden dat pastoor Stael 12 ½
jaar werkzaam was in de parochie
Zesgehuchten. F. Aertnijs droeg
een maand later zijn laatste H.
Mis op als pastoor van Geldrop.
Hij nam tijdens een lange preek
vanaf zijn “jubileumpreekstoel”
afscheid in verband met zijn
hoge leeftijd. De preekstoel was
een geschenk van de Geldropse
parochianen in 1903 bij
gelegenheid van zijn gouden
priesterjubileum en zijn 25
jarig verblijf als pastoor in
Geldrop. Stael en Aertnijs
werden opgevolgd door resp.
pastoor Beekmans en pastoor
Janssen.
Geestelijken hadden in die tijd
een grote invloed op de
bevolking. Vele verenigingen
werden op hun initiatief
opgericht, o.a. de
Paulusverenigingen, waarvan de
doelstelling was om het
drankmisbruik, “de gesel der
eeuw”, te bestrijden. In het
begin van de 20e eeuw grepen in
ons land blijkbaar veel mensen
naar de fles.
In Geldrop was al een
Paulusvereniging en in 1907
werden bij Koninklijk Besluit in
Mierlo twee van deze
verenigingen opgericht: in het
dorp “St. Lucia” en op ’t Hout
“St. Paulus”. De parochie van
Mierlo-Hout telde 1.300
inwoners. Hiervan werden er 110
lid, waarvan 76 leden de sterke
drank wilden afschaffen. De
andere 34 waren zgn. Paulisten.
Paulisten waren mensen, die geen
bezwaar hadden tegen een matig
gebruik van alcohol. Het hield
de bevolking wel bezig. Zo
meldde de krant in mei 1907 dat
een zekere H. v.d. L. in een
café door enige personen in
“verzoeking” gebracht werd een
borrel te drinken, maar v.d. L.
bleef weigeren. Drie bezoekers
legden ieder een rijksdaalder op
tafel die H. v.d. L. mocht
houden als hij het glas zou
leegdrinken. Hij bleef weigeren,
stond op, pakte de borrel, sloeg
hem stuk en vertrok.
De Paulusverenigingen nodigden
allerlei sprekers uit om de
gevaren van drankmisbruik te
benadrukken. Ook sommige vrouwen
kregen dan een wijze les mee in
verband met hun snoepzucht.
Geldrop had zelfs een
vrouwelijke afdeling, de
Mariavereniging. De Geldropse
Paulusvereniging had een
propagandaclub, die
toneelvoorstellingen verzorgde
en een liederentafel had, het “Geldropsch
Mannenkoor”.
Drank leidde vaak tot
vechtpartijen, met name tijdens
de kermissen. Opvallend was dat
de relletjes en opstootjes nog
al eens op maandagavond
plaatsvonden. Op Groot
Braakhuizen was het meerdere
malen raak. In september schreef
een correspondent in de krant
dat de kermis in Mierlo gelukkig
zonder wanklank was verlopen.
Tijdens deze dagen waren er
allerlei volksspelen
georganiseerd, zoals
mastklimmen, zaklopen,
hardlopen, ringsteken en
broodjeshappen, waarmee de
aanwezigen prijzen konden
verdienen.
De Geldropse geestelijkheid
probeerde ook door middel van
retraites de parochianen op het
rechte pad te houden. Op 31
oktober vertrok kapelaan Van
Kemenade met 54 mannen per tram
richting Alken bij Hasselt. Ook
de bedevaart naar Handel kon
zich verheugen in een grote
deelname.
Om de twee jaar vond in juli een
grote Kindsheidoptocht plaats,
waarbij vóór en na de H.Mis een
grote tocht door de Geldropse
straten werd gehouden.
Kindsheidoptocht met v.l.n.r. Jos Govers jr, Van Hoek, Jules Ven (kardinaal),
Van Veenhuizen (zouaaf), Van de Sanden (paus), Verhoeven (zouaaf), Frans Knaapen (kardinaal) |
Ook andere verenigingen
bloeiden. Overal waren
kruisbooggezelschappen en
handboogschutterijen met
toepasselijke namen als: “Wat
buigt breekt zelden”, “Zo recht
mogelijk”, “Transvaalse
schutters” en in Mierlo o.a.
“Landbouwers Vereeniging”. De
wielersport was erg in trek. In
de tuin van August van
Stekelenburg in Mierlo-Hout
werden internationale
wedstrijden gehouden.
Er werd gebiljart in
competitieverband. Men kon
inschrijven voor vijf cent per
tien stoten. De eerste prijs was
ƒ 5,-, de tweede prijs ƒ 4,-,
enz.
Nog geen jaar geleden was in
Geldrop gymnastiekvereniging “De
Volharding” opgericht. In juli
organiseerde de club al een
groot sportevenement op het zgn.
Rondveld op Groot-Braakhuizen.
Er kwamen zeer veel bezoekers op
af.
In 1907 overleed eveneens dokter
Jaspers. Hij was
gemeente-geneesheer in alle drie
de gemeenten. De dokter was niet
onbemiddeld. Na zijn overlijden
werden door notaris Mertens
diverse huizen verkocht die
eigendom waren van het echtpaar
Jaspers.
In alle drie de plaatsen werd
dokter L.J.M. van Erp als
opvolger aangesteld.
De kranten maakten ook melding
van enkele heugelijke
gebeurtenissen. Mathijs Derison
en Martina Welten op de Bekelaar
in Mierlo vierden hun 50 jarige
bruiloft, evenals Theodorus van
de Ven en Francisca van de Burgt
in Geldrop. De buurtgenoten
maakten er in beide gevallen een
groot feest van. In augustus
trouwde Jos van Engeland,
gemeentesecretaris van
Zesgehuchten met Maria Verheugt.
Maria was een dochter van Peter
Verheugt , die op 1 mei 1907 in
verband met zijn leeftijd
afscheid genomen had als hoofd
der school te Zesgehuchten. Zij
was ook een zus van de latere
burgemeester van Mierlo,
Johannes C.J. Verheugt.
Henri Knaapen uit Geldrop deelde
in een advertentie in de krant
mee dat hij in Horst ging
trouwen met Maria Jeurissen.
Mierlo en Zesgehuchten bleven in
1907 gespaard van rampen en
branden. Geldrop werd driemaal
geconfronteerd met een grote
brand: een fabrieksbrand bij de
firma A. van der Heijden en bij
de firma A. van den Heuvel en
Zn.
De activiteiten van de firma van
der Heijden werden tijdelijk
ondergebracht in een voormalig
wolfabriek in de Helze. In
november kon het herstelde
gebouw op Klein Braakhuizen weer
in gebruik genomen worden.
Op 28 juni brandden vier
woningen af tegenover het
zusterklooster aan het
Bogardeind, waardoor 35 mensen
dakloos werden.
Er kwamen branden op kleinere
schaal voor. F.P., die in
Geldrop vlak bij de kerk woonde,
stak ’s morgens vroeg in zijn
bed een lucifer aan om te kijken
hoe laat het was. Hij was
blijkbaar nog niet goed wakker.
Hij gooide de lucifer, die nog
niet uit was weg, waardoor zijn
beddengoed in vlammen opging.
De misdaad bestond ook in 1907.
Meestal ging het voor huidige
begrippen om lichtere
vergrijpen. P. v.d. S., een
bewoner van de Heggestraat in
Geldrop deed aangifte van
diefstal van zijn wasgoed dat
aan de lijn hing. A. v.d. H.
kocht bij slager van Z. in de
Hofstraat worst, maar weigerde
vervolgens te betalen. Bij de
gezusters Bruning, die een
sigarenwinkel runden op de
Nieuwendijk werd ’s nachts
ongeveer ƒ 15,- uit de kas
gestolen. De ontvreemde
sigarenkistjes en een fles
citroenlimonade werden de
volgende dag in de omgeving
teruggevonden. Dezelfde nacht
werd bij de wed. Turken ƒ 20,-
uit de winkellade gehaald. In
Mierlo-Hout betrapte
winkelierster De K. haar
buurvrouw op diefstal van “enige
ponden koffie”. “Reeds jaren was
de buurt onveilig en werd
genoemde verdacht. Men vermoedt
dat er een medehelpster is”.
De meeste veroordelingen in de
drie gemeenten hadden betrekking
op dronkenschap, mishandeling,
te laat in de herberg, rijden
met een rijwiel zonder licht en
het stropen. Het stropen werd
het zwaarste beboet. Soms werden
straffen opgelegd van ƒ 12,-. De
buit en de strikken werden
verbeurd verklaard. De
veroordeelde had de keuze tussen
betalen of een aantal dagen de
cel in. Mishandeling en
huisvredebreuk leidden tot
gevangenisstraffen die in 1907
varieerden van 15 dagen tot 1
jaar.
De mishandelingen waren vaak het
gevolg van vechtpartijen. In
oktober had een worsteling
plaats in de strohulzenfabriek
van Govers. De vechtersbazen
werden ontslagen. Een maand
later kwam de voormalige
meesterknecht zijn opvolger
opzoeken in zijn oude
werkplaats. Veldwachter van Mol
moest met harde hand optreden.
De drie gemeenten waren
verbonden door grintwegen. Het
Eindhovens Kanaal lag op hun
grondgebied. Zesgehuchten,
waartoe Hulst behoorde en Mierlo
beschikten over een losplaats.
Losplaats Hulst |
Een belangrijk vervoermiddel was
de tram. De stoomtramverbinding
Eindhoven-Zesgehuchten-Geldrop-Mierlo-Helmond
richting Asten was net in
gebruik genomen. Er werd veel
gebruik van gemaakt. In januari
1907 vervoerde deze lijn 19.046
reizigers die ƒ 3.130,50 in het
laatje brachten. Het
goederenvervoer leverde ƒ 841,95
op.
In 1907 hadden diverse
ongelukken of bijna-ongelukken
plaats op deze lijn. Bij de
strohulzenfabriek van Govers op
Zesgehuchten reed een boer uit
Leende met zijn kar achteruit
tegen de tram. De kar, geladen
met een kalf, was rijp voor de
sloop. Op Klein-Braakhuizen reed
een zwaar beladen kar met
steenkolen bijna onder de tram.
Op dezelfde plaats ontspoorde
een keer een wagon. In december
sprongen drie kalveren van een
rijdende tram. In Mierlo werd
een zekere S. beboet “wegens
gevaar doen ontstaan voor het
verkeer door stoomvermogen”.
In juni had de eerste proefrit
plaats van de paardentram van
Geldrop naar Heeze. Tot de
genodigden behoorden de
burgemeesters van Zesgehuchten
en Geldrop, het bestuur van de
trammaatschappij en Vincent van
den Heuvel. Op 22 juli
werd het traject in gebruik
genomen. De rit van Geldrop naar
Heeze kostte 15 cent. Onderweg
waren er twee
opstapmogelijkheden, namelijk op
het Hout en op de Rul. Zeven
maal per dag kon men vanuit
Geldrop per tram naar Heeze.
Over het vijf kilometer lange
traject deed de paardentram 25
minuten. De lijn Geldrop- Heeze
werd beheerd door de
Tramwegmaatschappij
Eindhoven-Geldrop.
In onze tijd wordt vaak
gesproken over
natuurverschijnselen: stijgende
temperaturen, uitstervende
diersoorten, enz. Ook in 1907
werden mensen geconfronteerd met
allerlei bijzondere
verschijnselen. In oktober
voelden mensen een hevige schok,
die gepaard ging met een grote
vuurbol. De schrijver van het
krantenbericht vermoedde dat er
sprake was van een vallende
komeet. Onderwijzer Atgier
overkwam een niet alledaagse
gebeurtenis. Hij ving op de
heide van Groot-Braakhuizen een
ringslang die langer dan één
meter was.
Vogels maakten nieuws. Op een
akker zaten op korte afstand van
elkaar twaalf gaatjes. “Deze
zijn gemaakt door zwaluwen en
worden door hen bewoond. Die het
niet geloven wil, kome naar
Zesgehuchten; achter de
bouwhoeve der wed. Jo van
Gestel, kunt gij u van de
waarheid overtuigen“.
Ook jachtopziener Dekkers in
Mierlo haalde de krant. Bij hem
werd een levend kuikentje
geboren met drie poten.
De temperatuur in de
herfstmaanden lag blijkbaar
hoger dan normaal. De groenten
waren het gevoel van tijd kwijt.
In november stak F.T. in zijn
tuin nog 6 asperges.
|
|