Geldrop - Mierlo 1922
Over 1922
vallen er op internationaal en
nationaal niveau weinig
schokkende gebeurtenissen te
melden. Het lokale nieuws werd
vooral bepaald door een
onstabiele werkgelegenheid, het
einde van Molenheide en een
moord aan het Bogardeind.
Werkgelegenheid.
In deze tijd was het ontslaan
van werknemers nog niet
vastgelegd in wettelijke
regelingen. Had een fabrikant
geen werk of minder werk dan
betekende dat onmiddellijk
ontslag voor werknemers. Er
waren wel werklozenkassen maar
die waren snel leeg. De
gemeenten werd gevraagd de
kassen te steunen. Mierlo deed
aan de steunregeling niet mee.
Werklozen konden meteen aan de
slag in het Kleine Goor, waar
braakliggende gronden ontgonnen
werden tot bouw- en weiland.
Door het verhuren van deze
landerijen kon de gemeente later
de investeringen weer
terugverdienen. De gemeente
Geldrop trad wel toe tot de
steunregeling, bovendien zette
zij een aantal werklozen uit
Geldrop en Zesgehuchten in bij
het uitdiepen van de Dommel. Als
gevolg van de slechte
economische omstandigheden
gingen ook een aantal bedrijven
failliet, zoals in de
Stationsstraat het
Stationskoffiehuis en kwekerij
“Multi Flora”.
Gemeenten probeerden door betere
verkeersverbindingen arbeiders
mobieler te maken. Eindhoven,
eigenaar van het Eindhovens
Kanaal, liet aan de zuidzijde
van het kanaal een fietspad
aanleggen, waardoor de afstand
Helmond – Eindhoven aanzienlijk
bekort werd. Het EMO-pad van
Stratum over Zesgehuchten naar
Heeze werd verbreed en
verbeterd. Voorheen reden er per
dag zo’n 500 fietsers over en nu
het dubbele. Bij slecht weer
reed men niet langs de
slijkspattende rijksweg
Eindhoven – Geldrop, maar over
het EMO-pad.
In moeilijke tijden gaat het
niet overal slecht. N.V.
Wollendekenfabriek “Nederland”
wist een order in de wacht te
slepen waardoor er weer voor een
jaar werk was. De firma De Heer
(Tweka) deed een aanbesteding
voor het bouwen van een
tricotagefabriek en een enkel
fabriek was nog in staat uit te
breiden.
De gemeente Mierlo stelde een
bedrijfsbelasting in. Bijna alle
eigenaren van Mierlose fabrieken
woonden niet in Mierlo,
betaalden daar geen belasting,
maar genoten wel de voordelen
van de voorzieningen. Hier had
de firma W. Swinkels wel een
oplossing voor: ter compensatie
van de bedrijfsbelasting werd 3
% op de lonen ingehouden.
In sommige landen was blijkbaar
geen gebrek aan werk. In onze
omgeving probeerde men werklozen
over te halen hun geluk te
beproeven in Frankrijk waar men
zo aan de slag kon.
Molenheide.
De exploitatie van Molenheide
kwam op een laag pitje te staan.
Er werd overgeschakeld naar
goedkopere activiteiten zoals
schaats-, roei- en
motorwedstrijden. In juni werden
nog wel vliegdemonstraties
aangekondigd met een
parachutesprong van madame
Peuilliot. Het zat Molenheide
opnieuw niet mee. Vanwege het
slechte weer werden de vluchten
uitgesteld. De oude
toegangskaartjes bleven geldig,
maar er kwamen geen nieuwe
demonstraties meer.
Tot overmaat van ramp kreeg een
10 jarige jongen uit Eindhoven,
toen hij van een glijbaan gleed,
een grote handbrede splinter in
de onderbuik aan de gevolgen
waarvan hij overleed. Op last
van Justitie werd de glijbaan
buiten gebruik gesteld en
verzegeld.
In augustus kondigde notaris
Dijkhoff uit Helmond aan dat de
onroerende bezittingen van
Combinatie Molenheide in het
openbaar verkocht zouden worden.
Op het terrein, 47 ha groot,
stonden o.a. een
café-restaurant, een woonhuis,
zes landhuisjes, een
wachterswoning met
portierhuisjes, twee kiosken,
gebakskramen, hangars en
paardenstallen. De totale
opbrengst van het complex
bedroeg ƒ 21.000,-. De openbare
verkoop van de roerende zaken,
waaronder twee geraamten van
oude vliegtuigen, kano’s en
roeiboten, werd gepland op 18
oktober. Enkele dagen voor het
zover was werd de verkoop
afgelast. De nieuwe eigenaar van
Molenheide had ook de inventaris
overgenomen.
Moord.
Op 7 mei vond in Geldrop, aan
het Bogardeind, een gruwelijke
moord plaats. Een zaag en een
slagersmes werden als wapen
gebruikt. Het slachtoffer was de
43 jarige voerman en oud-slager
Joh .M., die niet al te gunstig
bekend stond. Er liep nog een
strafzaak tegen hem omdat hij
bij een vechtpartij iemand een
paar tanden uit de mond geslagen
had. Joh. M. kwam door messteken
om het leven
De dader was H. v.d. H., een 28
jarige verkoper van messen. De
ruzie was ontstaan in een café
waar betrokkenen veel te diep in
het glaasje gekeken hadden. De
burgemeester werd als getuige
opgeroepen voor de Rechtbank in
’s-Hertogenbosch. Vanwege dit
veelvuldig drankgebruik pleitte
burgemeester Fleskens ieder jaar
in de gemeenteraad, overigens
tevergeefs, om de kermis niet te
laten doorgaan.
Religie.
In de katholieke
geloofsgemeenschap losten
vreugde en verdriet elkaar af.
In de H. Brigidakerk van Geldrop
droegen kort na elkaar Jos van
Besouw en F. Clercx hun
Plechtige eerste H. Mis op. Bij
deze plechtigheden kon
pastoor/deken Sylvester Janssen
niet aanwezig zijn. Hij was al
enige tijd ernstig ziek. De
Hoogeerwaarde Heer Janssen, die
in 1907 pastoor Aertnijs
opgevolgd was, overleed kort
daarna. Enkele weken na zijn
overlijden verkocht notaris
Mertens in het openbaar de
bezittingen van de pastoor,
waaronder 20 kippen en een haan.
Janssen werd opgevolgd door
pastoor Hanssen, bekend als
musicus, die voordien pastoor in
Vierlingsbeek was.
Ook de parochie H.H. Maria en
Brigida te Zesgehuchten had een
neomist in de persoon van pater
W. van Lieshout van het
Seminarie der Afrikaanse
Missiën.
In Mierlo-Hout vierde pastoor
Strijbosch zijn zilveren
Priesterjubileum.
|
|