Geldrop - Mierlo 1930
De zomer van 1930 sloot af met
veel regen. De landbouwers in
Geldrop en Mierlo konden vanwege
het natte land weinig
aardappelen en bieten rooien. De
wegen waren slecht begaanbaar.
In Noord-Holland trok men zich
weinig aan van al dat water. Een
gebied van ongeveer 200
vierkante kilometer viel droog.
De Wieringermeerpolder was
ontstaan als gevolg van een wet
uit 1918: de Wet tot afsluiting
en droogmaking van de Zuiderzee.
Rupsennesten.
Tegenwoordig houden gemeenten
zich bezig met de bestrijding
van de processierups die
voorkomt in eikenbomen. In 1930
had men zoveel last van de
bastaardsatijnvlinderrups dat de
gemeenteraad van Geldrop besloot
een "Verordening op het
verwijderen van rupsennesten"
uit te vaardigen. Hierin werd
vastgelegd: "de eigenaar van een
erf, tuin, land of weg in de
gemeente Geldrop is verplicht te
zorgen dat vóór 20 maart 1930 en
in de daarop volgende jaren voor
1 maart alle rupsennesten in de
daarop, daarin of daarlangs
gelegen heggen, struiken of
boomen worden weggenomen,
verzameld en onmiddellijk
verbrand". Een overtreding zou
bestraft worden met ten hoogste
6 dagen hechtenis of een boete
van f 25,-. Voor de gemeente
Geldrop gaf dat weinig
problemen, omdat zij weinig
bosgebied in eigendom had.
In Mierlo lag dat anders. De
overlast was daar niet minder
groot, maar het College van B.
en W. hadden besloten geen
voorstel aan de raad te doen om
een verordening uit te
vaardigen. Zij zou zelf niet aan
de bepalingen kunnen voldoen. De
gemeente had zoveel hectaren
bossen dat het verbranden van de
nesten handen vol geld zou
kosten. Het college verwachtte
dat het rupsvrij maken f 1,- per
boom zou gaan kosten. Het
gemeentebestuur deed wel een
dringend beroep op de inwoners
om de nesten te verdelgen. Daar
werd aanvankelijk weinig gehoor
aan gegeven. Uiteindelijk viel
de schade die de rups aanrichtte
erg mee.
Belastingen.
In Mierlo kende men al jaren een
bedrijfsbelasting. Deze werd
geheven bij de eigenaren van
"fabrieken": ondernemingen die
20 of meer arbeiders in dienst
hadden of gebruik maakten van
machines aangedreven door bijv.
stoom of elektriciteit. Zij
werden belast met een tarief van
f 12,- per werknemer. Ondanks
het beperkt aantal "fabrieken"
leverde het de gemeentelijke
schatkist over het belastingjaar
1930 een bed rag van f 3.900,-
op. Geldrop voerde een
ondernemersvriendelijker beleid.
Pas in 1930 nam de gemeenteraad
van Geldrop het besluit om ook
een bedrijfsbelasting in te
voeren. Men vond dat de gemeente
allerlei activiteiten
subsidieerde waar werkgevers mee
gebaat waren zonder dat zij daar
aan meebetaalden. De heffing
gold alleen voor de grotere
bedrijven. Pas als men 26 of
meer werknemers in dienst had
werd de belasting geheven. Vanaf
de 26ste tot en met de 100ste
werknemer betaalde het bedrijf f
3,- per persoon, daarna gold een
afnemend tarief. Ondanks het
protest van de fabrikanten werd
de bedrijfsbelasting ingevoerd.
Werkverschaffing
werklozen.
Aan het begin van het jaar zag
alles er nog goed uit. De N.V.
Mierlosche Katoenmaatschappij,
beter bekend als Ign. de Haes
gaf haar personeel met nieuwjaar
nog een dubbel weekloon, terwijl
de gehuwden en kostwinners met
Kerstmis al een kerstgave hadden
gehad. Twee weken later ontslaat
de Firma Swinkels 150
werknemers. Ontslagbescherming
bestond niet, men kon van de ene
op de andere dag op straat komen
te staan. Werkgevers waren vaak
afhankelijk van incidentele
orders. Eind januari had ook Ign.
de Haes weinig werk. De
Geldropse industrie had er
minder last van, maar ook daar
was werkloosheid. In maart
richtten de afdelingen van de
Werknemersvereniging St.
Lambertus van het Hout en van
het Dorp zich tot het
gemeentebestuur om een
steunregeling of
werkverschaffing voor werklozen
die geen recht meer hadden op
een uitkering uit de
werklozenkas. Twee maanden later
vroegen de afdelingen om spoed
bij de behandeling want zij
hadden nog steeds niets van het
gemeentebestuur gehoord.
Burgemeester Verheugt reisde
naar Den Haag om op het
Ministerie van Binnenlandse
zaken en Landbouw
subsidiemogelijkheden te
bespreken. Onder bepaalde
voorwaarden kreeg de gemeente
Mierlo tot 27 december 1930 50%
subsidie op de loonkosten van
werkloze gezinshoofden of
kostwinners tot een maximum
weekloon van f 13,50. Deze
regeling gold alleen voor
ontginningswerkzaamheden.
Inmiddels was al aantal
werklozen ingezet bij het leggen
van ondergrondse kabels voor het
elektriciteitsnet langs de
Mierloseweg en bij het
verbeteren van de wegen. Maar om
optimaal te profiteren van de
subsidie werden zij ingezet bij
werkzaamheden op de Luchense
Heide. Ook het gemeentebestuur
van Geldrop kwam per 1 oktober
met een steunregeling voor
werklozen die minstens 6 maanden
in Geldrop woonden en in het
jaar voorafgaand aan de dag
waarop de aanvraag om steun
wordt gedaan minstens 4 maanden
in loondienst waren geweest.
Werklozen werden ook ingezet bij
de aanleg van riolering vanaf de
R. K. Brigidakerk naar het
spoorwegviaduct.
Religie.
Op 30 maart werd in de
nieuwbouwwijk Tivoli aan het
latere Arnaudinaplein een nieuwe
noodkerk plechtig ingezegend
door deken Jos. Maas,
geassisteerd door Pater van
Zandvliet, Provinciaal Overste
der Missionarissen van het H.
Hart te Tilburg, als diaken en
Pater Muijser als subdiaken.
Onder de aanwezigen waren onder
meer burgemeester Fleskens en
secretaris Knaapen uit Geldrop,
de Pastoor van Geldrop en Mgr.
Dijkmans uit Stratum. Vele
honderden mensen vulden het
eenvoudige houten kerkje
nagenoeg helemaal.
In 1929 richtte de Helmondse
fabrikant Antoon (Pasteurke) van
Thiel de stichting "Kruis aan de
weg" op, met als doel overal bij
gevaarlijke kruispunten een
groot wegkruis op te richten.
Deze moesten zowel de
automobilisten bescherming
bieden, alsook Brabant voor
Christus bewaren. Het eerste
kruisbeeld werd in maart 1929
tussen Helmond en Deurne
geplaatst. Enkele maanden later
waren er al 19 kruisbeelden
gewijd en 30 kruisen waren in
bestelling. In juli 1930 werd er
aan de Mierloseweg in Geldrop
ter hoogte van het woonhuis van
A. van den Hurk zo’n kruisbeeld
geplaatst.
Tenslotte werd op de feestdag
van Maria ten hemel opneming (15
augustus) in de Stationsstraat
het Heilig Hart monument
plechtig onthuld. Dit monument
was een geschenk van
burgemeester Fleskens aan de
gemeente Geldrop ter gelegenheid
van zijn 25-jarig
huwelijksfeest. Pastoor A.
Hansen bedankte in zijn
toespraak de burgemeester voor
dit geschenk en na de
intronisatieplechtigheid vond er
een bloemenhulde plaats.

Kruisbeeld Mierloseweg |

Intronisatie Heilig Hart monument |
Kinderleed.
In 1930 werden Geldrop en Mierlo
getroffen door het overlijden
van veel kinderen, meestal ten
gevolge van een ongeval. Aan het
EMO-pad op het Hout in
Zesgehuchten was wachtpost nr. 4
gelegen aan de spoorlijn
Eindhoven-Weert. De spoorbomen
werden neergelaten en opgehaald
door het echtpaar Jan en Anna
Verhoeven. Jan was raadslid in
de gemeente Geldrop. Zijn vrouw
bediende vaak de spoorbomen wat
haar de naam "Anna de wachter"
opleverde. Zo ook op de 10e
juli, 's middags rond zes uur.
Juist toen de goederentrein
richting Weert voorbij was wilde
haar dochtertje oversteken. Zij
was door het afsluithek
gekropen. Het meisje had niet
gezien dat er een sneltrein
richting Eindhoven reed en werd
door deze trein gegrepen. Zij
was op slag dood. Twaalf jaar
daarvoor verloor het echtpaar
Verhoeven-Scheffers ook al twee
kinderen. De twee jongens van 7
en 9 jaar zakten op 100 meter
afstand van de ouderlijke woning
door het ijs en verdronken in de
IJzeren Man.

Echtpaar Verhoeven-Scheffers met een van hun kinderen bij de spoorwegovergang |
Op 31 augustus 1930
werd Koningin Wilhelmina 50
jaar. Overal werd feest gevierd.
In Geldrop werd op 1 september
een groot vuurwerk gehouden. Het
dienstmeisje van steenfabrikant
Van Gestel ging met de 9 jarige
Stenfert, zoon van de fabrikant,
naar het vuurwerk. De familie
van Gestel woonde in huize "Steenoord",
een villa gelegen aan de
Eindhovenseweg waar nu de
Daffabrieken staan. Op de
terugweg werden zij aangereden
door een dronken chauffeur. Het
dienstmeisje werd zwaar gewond,
Stenfert overleed.
Op een morgen in oktober kwam
het 8 jarig zoontje van
landbouwer Schreurs uit de kerk.
Op weg naar huis stak hij de weg
over. Hij had blijkbaar niet
gezien en gehoord dat er een
vrachtauto aankwam. De chauffeur
remde uit alle macht, maar het
was te laat. Kort daarna
overleed de jongen.
Ook in Mierlo deden zich enkele
tragische gebeurtenissen voor.
Eind mei brak bij strodekker De
Groot brand uit. Het jongste
kind, een dochtertje van 10
maanden lag in de wieg. Zij kon
niet snel genoeg uit het
brandend huis gehaald worden.
Met zware brandwonden moest zij
in Helmond in het gasthuis
opgenomen worden. Daags daarna
overleed de baby. Nog geen twee
weken later, op 2e Pinksterdag,
was het Kindsheidoptocht in het
dorp. Een jaarlijks terugkerend
feest waarmee men ook de
kinderen bewust wilde maken van
het belang van missiewerken. De
kinderen die in de optocht
meeliepen verkleedden zich als
missionaris, paus, heilige, enz.
Zo ook Fonske Louwers. Hij liep
mee als H. Antonius, in een pij
en de kruin geschoren. Tijdens
de tocht door het dorp werd hij
ziek. Drie dagen later overleed
hij. Op 13 juni, de feestdag van
de H. Antonius, werd Fonske
gekleed als monnik begraven.
|
|