Geldrop - Mierlo 1939
Algemeen nieuws
Nadat eerder Tsjechië
en Slowakije door Duitsland
waren geannexeerd zonder
ingrijpen van buitenaf, valt
Duitsland in september Polen
binnen. Enkele dagen later
verklaren Frankrijk en het
Verenigd Koninkrijk de oorlog
aan Duitsland. Dit is het
officiële begin van de tweede
wereldoorlog. Nederland
hoopt neutraal te blijven.
Eerder dat jaar was er een einde
gekomen aan de Spaanse
burgeroorlog , die met behulp
van Duitsland en Italië wordt
gewonnen door generaal Franco.
De brandweer viert feest
De teer-kas van de
brandweer Mierlo-Hout was
overvol, daar moest maar eens
een lek in geschoten worden. Met
dat doel kwamen ze dus bijeen en
er werd volop gezongen en
gedronken. Plotseling kwam
er een man binnen en verstoorde
de pret met de mededeling dat
het huis van J. Clerks aan de
Parallelweg in brand stond.
De mannen werden meteen actief,
lieten hun biertje staan en
holden naar de kazerne om zich
om te kleden. Toen ze
echter bij de brand aan kwamen,
bleek dat niet meer nodig, de
woning was al tot de grond toe
afgebrand. Wel gaven ze
nog even de aangrenzende woning
van J. van Houtum wat water, ze
waren er tenslotte toch en nadat
alles geblust was konden ze weer
terug naar de gelagkamer om
verder te feesten.
Branden
Mede ten gevolge van de
droogte ontstonden er in het
voorjaar van 1939 een aantal
bos- en heidebranden onder meer
op Molenheide tussen Geldrop en
Mierlo, en vrijwel gelijkertijd
in de bossen en heide langs het
Eindhovens kanaal. Door
het aanleggen van tegenvuren en
het graven van brandwallen wist
de brandweer in samenwerking met
tewerkgestelden bij de
werkverschaffing en een aantal
in Mierlo gelegerde militairen
het vuur te stuiten.
Bizar ongeval
In Mierlo-Hout stond de
industrieel P. Raaijmakers met
zijn vrouw en de architect
Roffelsen uit Helmond op het
balkon van zijn huis enige
veranderingen te bespreken die
aan het huis moesten gebeuren.
Op het moment dat zij vast
stelden dat ook aan dat balkon
iets gedaan moest worden,
stortte dat balkon naar beneden
en kwam 6 meter lager op de
grond terecht. De heer
Raaijmakers was er het ergste
aan toe. Hij kreeg de heer
Roffelsen boven op zich en moest
naar het ziekenhuis worden
vervoerd met een gebroken been.
Zijn vrouw en de heer Roffelsen
kwamen er met lichtere
verwondingen van af.
Annexatiegeruchten
Nadat het enige tijd
rustig was geweest omtrent dit
thema staken begin 1939 weer de
geruchten op dat een of meerdere
annexaties weer op komst waren,
mede naar aanleiding van het
bericht dat burgemeester Fleskens van Geldrop met
pensioen zou gaan. De
gemeente Mierlo zou dan worden
opgesplitst. Mierlo-Hout
zou dan bij Helmond gaan horen,
Mierlo-dorp zou bij Geldrop
gevoegd worden, en Tivoli zou
dan door Eindhoven worden
geannexeerd. Voorlopig een
gebed zonder einde, want in
april kwam er een nieuw voorstel
van Gedeputeerde Staten waarin
onder meer werd voorgesteld om
de gemeente Mierlo in zijn
geheel op te heffen en bij
Helmond te voegen met
uitzondering van de heidegronden
rondom Molenheide, die zouden
naar Geldrop gaan. Deze
herindeling zou dan in 1940
plaats moeten vinden aan het
einde van de 5e zesjarige
periode van burgemeester
Verheugt. Over dit
voorstel werd op verzoek van 3
raadsleden begin juni de kortste
raadsvergadering ooit in Mierlo
gehouden, welgeteld 3 minuten.
Tijdens deze vergadering werd
duidelijk dat er in mei een
nieuw voorstel was gekomen om de
de beslissing uit te stellen tot
september, dus na de komende
verkiezingen voor een nieuwe
gemeenteraad. Voorgesteld
werd dus om de beslissing over
te laten aan de nieuwe raad.
Dit voorstel werd met 8 tegen 3
stemmen aangenomen, waarna de
vergadering werd gesloten.
In een ingezonden stuk in de
krant schreef ene Jozup
Opveldjes het volgende :
Oit de Mierelse gèt!
MIERLO, 13 Juni 1939.
'k Ben hiejer en daor min licht
'ns op weze stêkken, hoe of dè
moet gao mee die stemmerij van
vendaog. 't Gee veur en tege de
annekezasie, zooveul weet ik er
wel af. Of ik er veur of er tege
ben, door hee geen mens iets mee
te maoken, dè zen min zaoke. En
op mai hoeven ze nie te stemme.
Mèr die candidaoten veur de
geminteraod, zen die er veur of
er tege? Dè diende me toch te
wete. Zooas ik zeg, ik ben
hiejer en daor min licht op weze
stêkken, mèr wijzer ben ik er
nie af gewore. Die candidaoten,
wa zen dè veur klootvègens? Die
kanne nie zegge of ze veur
annekezasie zen of er tegen,
veur dè ze wete öf ik er veur
ben of er tege. Ik zou zoo
zegge, dè hee mee hullie maining
toch geen sikkepit oit te stao.
Dè hait ik stroisvogelpoletiek,
anders niks! Naw stao ik door
vendaog in 't stemhökske, ik
zabbel wa op dè rowwi potleujke,
ik prakkezeer en prakkezeer en
onderde hand maok ik in den
blinde 'n hökske row-wet veur
den ene of den andere, zonder dè
ik zinne naom heb gelêzze. Ik
zeg bai min aige, koom alla, 't
kan nie koojer as nie deuge. Ik
weet toch nie waffer spek of ik
in de koip heb. 'k Weet allein,
dè'k min stem heb oitgebrocht op
ene van de veul mensen die op de
lijst staon en die er van binnen
anders oit zden, as veur de
verkiezing. Ik weet naw nie, of
ik veur of tege annekezasie heb
gestemd, want ik weet ook nie,
of minne kandidaot hot of haar
wil. Ik vraog aw, menheir, is
dees poletiek in 't belang van
'n geminte, die onderdehand ein
van de grootste van Nederland
woordt? Want die annekezasie van
Hellemut bai Mierele, dè geter
toch deur, dè gloif ik zeker.
Mèr as dan die growte stad
Mierele, die stad, die in
Hellemut nog beroemd is um heur
keerze, as die geregeerd moet
worre deur mense, die geen kleur
dörven te bekennen, dan zieget
er veur ons lelik oit. Want woor
moet dè heenop, aster dan 'ns ne
neie penningmeester of boekhawer
aan de geminte moet wore gekoze?
Veur 'n pötje biejer, twee,
driej, zen ze meschien al getait
um as ne poletieke weerhaon mee
alle winde mee te drèje. Ik heb
gedaacht um zelluf nog mèr 'ns
in de poletiek te gao, tegen den
tijd, dè Hellemut nen oithoek
wordt van Mierele! Haw' doe mèr
goowd en toe op 'n aandertijd.
Jozup Opveldjes, Vestemaoker.
Na een eerste stemming voor de
z.g.n. dubbele raad in juni werd
in juli voor een tweede keer
gestemd. Lijst 1 (voor
annexatie) kreeg 7 zetels en
lijst 2 (tegen annexatie) kreeg
er 4. De gemeenteraad van
Geldrop is in meerderheid een
voorstander van het samen gaan
van Geldrop met Mierlo-dorp.
In de loop van 1940 zou een
definitieve beslissing vallen.
Mobilisatie
Eind augustus werd door
de steeds dreigender wordende
berichten een algemene
mobilisatie afgekondigd.
De volgende maanden zouden in
totaal 280.000 mannen worden
opgeroepen om weer onder dienst
te komen. Om het
treinverkeer niet al teveel te
belasten werden extra treinen
ingezet. Ook het station
Geldrop dat al sinds mei 1938
gesloten was, werd voor deze
treinen weer in gebruik genomen.
foto uit de collectie van Heemkundekring Heeze-Leende-Zesgehuchten |
Mede door deze omstandigheden
werd besloten om de kermis van
Mierlo die zou plaats vinden op
10-11 en 12 september af te
gelasten. Ook werd in
Mierlo de burgerwacht weer in
het leven geroepen. Alle
ingezetenen van Mierlo vanaf de
leeftijd van 18 jaar werden
opgeroepen zich te melden.
Een nadelig gevolg van de
mobilisatie was voor veel mannen
die opgeroepen werden dat zij in
inkomen erop achter uit gingen.
De wedde die zij in dienst
ontvingen was tenslotte lager
dan het loon dat zij in hun
dienstbetrekking ontvingen.
De textielbonden deden dan ook
een oproep aan de werkgevers om
aan hun gemobiliseerde
werknemers een tegemoetkoming in
gederfde inkomsten te geven.
De tricotagefabriek Tweka was
hier onmiddellijk toe bereid.
Bij Tweka gingen de zaken
blijkbaar erg goed.
Onlangs werd een kidertoeslag
van 50 cent per kind toegekend,
en nu in verband met de gestegen
prijzen een duurtetoeslag van 5
procent.
Een vreemd gevolg van de
mobilisatie en oorlogstoestand
was dat in Geldrop in verband
met voederingsproblemen (het
voedsel werd te duur) een aantal
leeuwen moest worden afgemaakt
door veearts Pulles uit
Eindhoven (tijdens de 2e
wereldoorlog burgemeester
aldaar) en de dorpsveldwachter.
Pikant detail was dat een van
die leeuwen tijdens de kermis
van Sittard uit zijn kooi was
ontsnapt en doodgemoedereerd de
kerk aldaar tijdens de hoogmis
was binnen gelopen en daar de
nodige paniek veroorzaakte.
Hoge waterstanden
Eind november had de
waterstand in Brabant een record
hoogte bereikt. Sinds 1926
had het water niet zo hoog
gestaan. Ten gevolge
hiervan trad het riviertje de Aa
buiten zijn oevers en kwamen de
fabriekscomplexen van de Fa. de
Wit Wollendekens in Helmond
compleet onder water te staan.
De productie moest hierdoor
worden stop gezet. Dit had
ook gevolgen voor de vestigingen
in Geldrop en Deurne. Door
een tekort aan halffabricaten
moest ook hier de productie een
aantal dagen worden gestaakt,
een ramp voor honderden
gezinnen.
Nieuws met namen
Jubileum
In februari vierde
Johannes Petrus Knaapen het feit
dat hij 25 jaar geleden tot
gemeentesecretaris van Geldrop
werd benoemd. De heer
Knaapen nam niet alleen in het
openbare leven van Geldrop een
belangrijke plaats in, maar ook
in de omliggende gemeenten.
Zo was hij secretaris van het
Statenkringbestuur Eindhoven en
plaatsvervangend bestuurslid van
de Rijkskieskring 's-Hertogenbosch.
Hij was ook lid van het
dagelijks bestuur van het
Waterschap de Dommel. Hij
was ook actief bij de raad van
beroep van de Ongevallenwet, het
Burgerlijk Armenbestuur, de St.
Vincentiusvereniging, de
Boerenbond en het parochieel
zangkoor.
Afscheid
Op 29 april werd in een
bijzondere raadsvergadering in
het bijzijn van een groot aantal
belangstellenden afscheid
genomen van burgemeester
Albertus Nicolaas Fleskens.
Geboren op 20 april 1874 in
Heesch werd hij in 1898 benoemd
tot secretaris van de gemeente
Geldrop en wat later tot
gemeenteontvanger. Hij
trouwde daar in 1904 met de
dochter van de Geldropse
graanhandelaar Johannes Eijcken,
Johanna Helena Maria. In
1905 werd hij benoemd tot
burgemeester van Zesgehuchten,
toe nog een aparte gemeente, en
in 1908 ook tot burgemeester van
Geldrop, om in 1921 na het samen
gaan van deze twee gemeentes
benoemd te worden tot
burgemeester van groot Geldrop.
Ook was hij van 1910 tot 1935
lid van de Tweede Kamer, en
sinds 1935 lid van de Eerste
Kamer. Onder zijn
burgemeesterschap was er veel
veranderd. Geldrop was bij zijn
aantreden een aardig dorpje met
ongeveer 2600 inwoners en
Zesgehuchten had er bijna 1100
(totaal bijna 3700), nu liet hij
een gemeente achter met ruim
10.500 inwoners. Ook was
hij actief op veel andere
terreinen. Hij was onder
andere voorzitter van het
bestuur van de Boerenleenbank en
werd hij onlangs nog benoemd tot
voorzitter van de Nederlands
Boeren- en Tuindersbond.
Tijdens de vergadering werd door
de gemeenteraad aan de heer
Fleskens een portret van hem
aangeboden geschilderd door de
kunstschilder van Delft uit
Waalwijk.
Portret van burgemeester Albertus Nicolaas Fleskens door Th. van Delft, aangeboden door de gemeenteraad bij zijn afscheid |
Benoeming
Enkele dagen na het
afscheid van burgemeester
Fleskens werd bekend dat bij
koninklijk besluit met ingang
van 1 juni 1939 tot nieuwe
burgemeester van Geldrop werd
benoemd de heer Karel Lodewijk
Hendrik van der Putt uit
Eindhoven. De heer van der
Putt, zoon van een
sigarenfabrikant uit Eindhoven,
was vanaf 1933 lid van de Tweede
Kamer der Staten Generaal voor
de RK Staatspartij en getrouwd
met Adriana Johanna Maria van
den Heuvel, dochter van de
Geldropse textielfabrikant
Vincent van den Heuvel. Op
10 juni werd de nieuwe
burgemeester officieel in
Geldrop ingehaald. Bij de
gemeentegrens werd hij met een
bloemenhulde opgewacht en na een
welkomstrede door baron van
Tuyll van Serooskerken ging het
gezelschap naar de Brigidakerk
waar pastoor Mackelenberg een
plechtige mis opdroeg.
Vervolgens was er op de Heuvel
een zanghulde door de
schoolkinderen. Hierna
vond in de raadszaal de
officiële installatie plaats
door wethouder Govers. Na
de installatie werd een receptie
gehouden en in de middag was er
een kleurrijke optocht met
gildes, muziekgezelschappen,
verenigingen en schutterijen,
alles bij elkaar een 60-tal
groepen en praalwagens. Op
een van deze wagens was door het
buurtschap
Nieuwendijk-Eindhovenscheweg een
echte stenen put met puthaak
geplaatst met het opschrift :
"Door de Put, uit de put".
Met toestemming van de
burgemeester zou deze put worden
geplaatst in de tuin van de
toekomstige burgemeesterswoning
aan de Heuvel. In de
eerste raadsvergadering onder
het voorzitterschap van
burgemeester van der Putt werd
besloten dat de raad akkoord
ging met het feit dat hij
voorlopig (waarschijnlijk tot
begin 1940) in Eindhoven zou
blijven wonen.
Op zaterdag 30 december vestigde
hij zich dan ook metterwoon met
zijn gezin in Geldrop. Het
gemeentepersoneel had het
initiatief genomen om de
burgemeester met zijn gezin en
inboedel op oud-Brabantse wijze,
namelijk per boerenkar en in
boerenklederdracht te gaan
halen. Omstreeks 3 uur in
de middag kwamen de zeven karren
aan bij het viaduct aan de
Eindhovenseweg waar de stoet
werd opgewacht door de, eveneens
in boerendracht geklede
Geldropse Harmonie.
Vergezeld door de harmonie trok
de stoet via de Nieuwendijk en
de Kerkstraat om tenslotte om
half vier bij de
burgemeesterswoning aan de
Heuvel te arriveren waar de
huisraad netjes werd uitgeladen.
|
|